Suderiale wiki
Registreer
Advertisement

Het Muarang is de taal die in de oostelijke archipel van Pulan, Gondora, door een deel van de lokale bevolking gesproken wordt. Het Muarang heeft zo'n twee miljoen sprekers en is daarmee de grootste taal van Gondora.

Verspreiding[]

Gondora Muarang tekst

Gondora, met in oranje de gebieden waar het Muarang de enige taal is en in rood de gebieden waar het naast andere talen voorkomt.

Het Muarang wordt vooral in de lagere delen van de eilanden gebruikt, en niet op het meest noordelijke, kleine eiland (Ekata) en ook niet op de noordelijke helft van Aumina. Het Muarang komt meestal voor naast andere talen, maar er zijn enkele gebieden waar het de enige taal is (zie het kaartje). Het Muarang heeft verschillende dialecten die onderling wel in uitspraak en woordenschat kunnen verschillen maar nauwelijks in grammatica. De bevolking gelooft in Larn, de god van het larnisme, een godsdienst die alleen door Muarang wordt aangehangen. De laatste eeuwen is de larnistische kerk meer georganiseerd geraakt, wat ook tot een standaardtaal heeft geleid, die in religieuze publicaties wordt gebruikt.

Typologie[]

De taal van de Muarang is geïsoleerd, dat wil zeggen dat ze aan geen andere taal verwant is. Hoewel sommige taalwetenschappers bepaalde raakvlakken zien met andere taalgroepen op de eilandengroep en mogelijk ook daarbuiten, is het vooralsnog niet mogelijk geweest het Muarang in verband te brengen met nog levende talen.

In de taaltypologie geldt het Muarang als een isolerende taal. Dit betekent dat het Muarang geen vervoegingen kent en dat een Muarangwoord uit één stam bestaat en niet uit verschillende morfemen. Muarangwoorden hebben steeds één lettergreep; meerlettergrepige woorden bestaan de facto niet. Hrm-muil is zo een aaneenschakeling van hrm ("dorp") en muil ("mens", "volk") en betekent: mensen die in dorpen leven. Sommige van deze aaneenschakelingen kunnen we als één woord beschouwen. Gondr, de Muarangnaam voor Gondora, bestaat formeel wel uit gon en dr ("land"), maar gon heeft op zichzelf geen betekenis.

Het Muarang kent geen meervoud, geen werkwoordsvervoegingen, geen woordgeslacht... Veel van de grammatica die andere talen zo kenmerkt ontbreekt in het Muarang. Wat een taal als Bactelijns door morfemen uitdrukt, drukt het Muarang uit door partikels. De eigenzinnige Muarangtaalkundige Ros Mö Gö stelde voor de partikels van het Muarang als morfemen te zien. Zo zou het Muarang beter te vergelijken zijn met de Suderiaalse talen. Ros Mö Gö noemde het Muarang een agglutinerende taal met vaste, duidelijk herkenbare morfemen. Daar de Suderiaalse talen in de tijd van Ros Mö Gö de enigen waren die uitgebreid beschreven waren was dit het enige referentiepunt dat de taalwetenschapper had. Ros Mö Gö kreeg nooit veel navolging. De partikels die hij morfemen noemde hebben niet altijd dezelfde plaats in de woordgroep, ze kunnen dus zowel voor als achter de kern voorkomen, en dat is toch wel heel iets anders dan de morfemen van de Suderiaalse talen doen. Er is echter één woordgroep in het Muarang die aan het beeld van Ros Mö Gö lijkt te beantwoorden. De persoonlijke voornaamwoorden hebben verschillende vormen om tijd en aspect aan te duiden en deze vormen zijn diachroon te herleiden op een soort morfemen.

Teksten in het Muarang zijn voornamelijk religieus van aard. Het belangrijkste werk in de taal is de Muog o Muil, het "boek der mensen". In dit boek wordt over de schepping der wereld verhaald en wordt de basis van het Larnisme uit de doeken gedaan. De oudste versie van het boek, dat waarschijnlijk uit een mondelinge overlevering is ontstaan, is nog in logogrammen opgesteld en wordt bewaard in de bibliotheek van Gondromin.

Grammatica van het Muarang[]

Een complete grammatica van het Muarang die voor iedereen bruikbaar is, bestaat niet. Ros Mö Gö heeft wel een grammaticale studie nagelaten, maar die is veel te controversieel. Om het Muarang te beschrijven moeten nieuwe grammaticale standaarden worden ontwikkeld.

Klankleer[]

Aan de klankstructuur van het Muarang vallen een aantal zaken op. De r kan er als een klinker worden gebruikt en kan dus ook tussen medeklinkers voorkomen. De r heeft ook een opvallende, retroflexe uitspraak die in sommige dialecten richting de z neigt. Het Muarang heeft ook een th-klank (als in het Engels en het Sudaals), die altijd stemloos is. In de hier gebruikte transcriptie wordt de th als een z geschreven.

Vormleer[]

Voornaamwoorden[]

De persoonlijke voornaamwoorden nemen in het Muarang een bijzondere positie in omdat zij drie belangrijke grammaticale functies vervullen. Ten eerste geven zij aan welke persoon aan het woord is. In het Muarang wordt wel uitgegaan van een eerste, tweede, derde en vierde persoon. Deze vierde persoon is de "onbekende". Waar de eerste persoon de spreker zelf is, de tweede de aangesprokene en de derde degene, over wie gesproken wordt, daar kan de vierde zowel eerste, tweede als derde zijn. Vergelijkbaar zijn meervoudspronomina zoals in het Nederlands, waar met "wij" de spreker, de aangesprokene of een of meer derden samen genoemd kunnen worden. De "vierde persoon" in het Muarang wordt ook gebruikt voor onpersoonlijke constructies, dus zinnen waarin geen duidelijke agens optreedt (vgl. "het regent", in het Muarang az rni). Vaak laten zinnen waarin deze vorm gebruikt wordt zich in onze talen als passieve zinnen vertalen.

Van de persoonlijke voornaamwoorden zijn de volgende vormen de basisvormen:

1ste: me (vgl. ik, mij)
2de: iu (vgl. jij, jou)
3de: em (vgl. hij, hem/zij, haar)
4de: ad (vgl. het, men, meervoud)

Andere vormen van de persoonlijke voornaamwoorden hebben twee belangrijke grammaticale functies: ze drukken tijd uit (dus heden, verleden of toekomst) en aspect. Dit laatste wordt dadelijk aan de hand van voorbeelden verduidelijkt.

De vormen zijn als volgt.

a. progressief aspect
heden verleden toekomst
1ste öm ös ömi
2de zur zus zumi
3de ez ius imi
4de az aus ami
b. perfectief aspect
heden verleden toekomst
1ste önu önn ölu
2de zunu zunn zulu
3de inu inn ilu
4de anu ann alu

Het verschil in aspect heeft te maken met de handeling in de hoofdzin. Vergelijk:

a. öm lahi iu - "Ik ben bezig met van je te houden"
b. önu lahi iu - "Ik hou van je"

In geval a. ligt de nadruk op de voortgang van de handeling. Er is een notie van duur. In geval b. staat de handeling zelf centraal en is er een notie van voltooiing, of, in dit geval, staticiteit.

Andere voorbeelden:

a. ez uagi ör du - "Hij is bezig naar het gebouw toe te wandelen."
b. inu uagi ör du - "Hij loopt naar dat gebouw"
a. zus zingi - "Je zat na te denken"
b. zunn zingi - "Je hebt nagedacht."
a. aus zingi - "Er werd nagedacht"
b. ann zingi - "Er is nagedacht."

Sprekers van het Muarang moeten altijd een keuze maken in dit aspect, er is geen neutrale vorm. Sprekers die de taal niet als moedertaal geleerd hebben hebben vaak de neiging het perfectieve aspect als neutraal te zien, maar hierdoor kunnen misverstanden ontstaan.

Er is nog een andere mogelijkheid. Wanneer het neutrale voornaamwoord gebruikt wordt, bv. iu, en vervolgens het werkwoord, dan ontstaat een moeilijk te vertalen constructie:

iu uögi du Gondromin - "jouw werken in Gondromin"
"jij bent gewoon te werken in Gondromin"

Het gaat hier duidelijk om de gewoonte, er is geen sprake van een handeling als zodanig. Een wat courantere voorbeeldzin is deze:

önu gueni me uögi di Gondromin - "Ik vertel over mijn werken in Gondromin."

Ook te lezen als: ik vertel dat ik in Gondromin werk.

Tot slot een constructie met de vierde persoon:

inu zingi ad rni zih
"Hij denkt dat het ergens anders regent."

Bij een nadere beschouwing van deze voornaamwoorden zal duidelijk worden dat de gegeven onderverdeling van aspect niet altijd hout snijdt; er zijn veel nuanceringen. Voor een dergelijke beschouwing laat dit artikel echter geen ruimte.

Zelfstandige naamwoorden[]

We hebben gezien dat in een Muarangzin de eerste plaats door een voornaamwoord wordt ingenomen. Deze eerste plaats kan ook door een zelfstandig naamwoord worden ingenomen. Problematisch is dan, dat dit zelfstandig naamwoord niet de grammaticale functie vervult die het voornaamwoord wel vervult. De oplossing is simpel: het substantief deelt zijn eerste plaats in de zin met het voornaamwoord:

ŋö inu lahi em - "de man houdt van haar"

Wanneer dit pronomen wordt weggelaten, ontstaat weer een gewoonteconstructie:

ŋö mrdi na hun - "Die man z'n gewoonte om over eten te praten"

Zelfstandige naamwoorden kunnen in het Muarang niet in het meervoud worden gezet.

Werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden[]

Waar de eerste plaats in de zin door een voornaamwoord, al dan niet gecombineerd met een zelfstandig naamwoord, wordt ingenomen, daar is de tweede plaats er voor werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. De scheiding tussen beide woordsoorten is in het Muarang niet groot.

De meeste werkwoorden in het Muarang eindigen op -i. Voor Ros Mö Gö was deze -i een duidelijk morfeem en in het verleden lijkt het inderdaad zo te hebben gefungeerd. Bepaalde stammen komen zonder -i voor als substantief en met -i als werkwoord: hun "eten", huni "eten geven, voeden". Tegenwoordig worden op deze manier echter geen werkwoorden gevormd. Bijvoeglijke naamwoorden gaan ook geregeld uit op -i, en kunnen alleen naar hun betekenis als zodanig worden onderscheiden. Het is een goed voorbeeld van de ontoereikendheid van een traditionele grammaticale benadering van het Muarang: vertrouwde woordgroepen worden in het Muarang eigenlijk niet onderscheiden.

a. mau ez mihi - "de kat groeit"
b. mau inu mihi - "de kat doet zich groot voor"
c. mau mihi - "de grote kat" of "de kat is groot"

We zien hier hoe hetzelfde woord verschillende betekenissen krijgt naar gelang het aspect. Alleen in het geval van c. is mihi "groot" duidelijk een bijvoeglijk naamwoord. In de twee andere voorbeelden zijn de betekenissen eerder werkwoordelijk of, in het geval van a., zelfs duidelijk werkwoordelijk.

Bijwoorden worden in het Muarang door voorzetsels voorafgegaan. Zo is het bijwoord van versterking, muenyi (ook het werkwoord "vermenigvuldigen), meestal voorafgegaan door en:

a. mau ez mihi en-meunyi - "de kat groeit zeer (erg snel, erg groot)"
b. mau inu mihi en-muenyi - "de kat doet zich erg groot voor"
c. mau mihi en-meunyi - "de erg grote kat" of "de kat is erg groot"

Sommige voorbeeldzinnen laten zich nog anders vertalen. Het woord huni, bijvoorbeeld, dat zoals boven te lezen "voeden" betekent, kan in de woordgroep ŋö huni, letterlijk "man voeden", zoveel betekenen als: de voedende man, of: het voeden van de man. In dergelijke gevallen zijn er meestal andere woorden in de zin die duidelijk maken of de man nu gevoed wórdt, of dat hij zelf iemand voedt. Dit is te gecompliceerd om hier uit te leggen. Hetzelfde geldt voor de trappen van vergelijking, die door middel van partikels worden gerealiseerd.

Partikels[]

Veel noodzakelijke grammaticale informatie wordt in het Muarang door partikels uitgedrukt. Ook de woorden die wij normaal als voor- of achterzetsels zouden zien, worden onder deze grote groep geschaard. Het is hier niet de plek om een inventarisatie van de partikels van het Muarang te geven. Enkele voorbeelden zullen moeten volstaan. Zo is er een partikel am dat van een zekere woordgroep aanduidt, dat het iets zegt over de periode waarin de handeling plaatsvindt. Dit kan eenvoudigweg een tijdsbepaling zijn, maar ook een gehele bijzin. Het partikel is vergelijkbaar met woorden als "toen", "eens" of "als":

Nye frdi am inn uini - "De volgende dag vertrok hij/ is hij vertrokken"
Nye frdi am ilu uini - "Morgen vertrekt hij"

Sommige partikels geven aan of een genoemd persoon door de spreker aardig gevonden wordt:

hu-muen ez uaedi hr me "Iemand wacht op mij", dwz. "een aardig iemand"

Het partikel a geeft dan juist weer aan dat de spreker niet zo enthousiast over het genoemde is:

a-maud inn mlmi - "Dat rotschip is gezonken."

Of, aan het einde van de zin, om verontwaardiging uit te drukken:

Maud inn mlmi a! "Dat schip is gezonken!"

Zinsleer[]

De vaste woordvolgorde in het Muarang is SVO, maar het "vervoegde" deel van de zin is in het Muarang altijd het persoonlijk voornaamwoord, dat verplicht aanwezig is en deel uit maakt van het onderwerp ("S").

Tekstvoorbeeld[]

Het volgende voorbeeld komt uit de Muog o Muil, het heilige boek van de Larnisten. De vertaling staat eronder.

1. Her omyag o uanid naui nyo, ny em mii mör na. Döm reli am uön ny inn liguini, zau ius döhi an ŋöni an omyag inn emi aun uazör.
2. Du uön o min Larn inn rösi. Omyag inn muhi em du.
3. An gös Larn inn ugi her omyag ŋez an inn mrzi em, uanid hög.
4. Na Larn ez megi as ua ez, an Larn ua. Her Larn an Larn her.
1. De eenheid van alle dingen die we thans kennen, was er niet altijd. In de vroegste tijden vloeide de wereld niet, maar was alles hard en koud en de dingen gebeurden los van elkaar.
2. In het midden van de aarde verrees Larn. De dingen bewogen naar hem toe.
3. En omdat Larn alle dingen tezamen zag en beademde, werden zij één.
4. Want Larn is de eenmaker, en Larn is enig. Alles is Larn en Larn is alles.

In het spellingbeeld van het Muarang valt op dat veel woorden aaneen worden geschreven. Het is belangrijk te beseffen dat het hier niet om woorden met verschillende morfemen gaat, maar om aaneenschakelingen van begrippen.

Advertisement